De landelijke beweging ‘Bekwaam is inzetbaar’ was op dinsdag 18 november bij het Deltion College. In totaal waren zo’n 70 vertegenwoordigers van leveranciers, onderwijs, zorginstellingen en landelijke partijen bij de bijeenkomst aanwezig. Er werden successen gedeeld over de voortgang van de beweging, behoeften verkend en afspraken gemaakt om de samenwerking tussen het onderwijs en zorgorganisaties verder te versterken.
De zorgsector staat voor grote uitdagingen. De arbeidsmarkt is krap en de samenleving vergrijst. Daarom is iedereen nodig om de stijgende zorgvraag op te kunnen vangen. Zowel medewerkers die al in de sector werken als nieuwe medewerkers. Er moeten mogelijkheden zijn voor iedereen die aan de slag wil in de zorg of zich verder wil ontwikkelen.
‘Bekwaam is Inzetbaar’ gaat over een totaal andere manier van kijken naar werk. Wat is er écht nodig voor de zorg voor cliënten? En wat kan iemand bijdragen op de werkvloer? Zorgorganisaties kunnen zo mensen flexibeler inzetten en hen kansen bieden om hun vaardigheden te ontwikkelen.
We maken stappen
De bijeenkomst van de landelijke beweging ‘Bekwaam is inzetbaar’ werd geopend met een terugblik door Dieke Buitink (Adviseur Leren & Ontwikkelen bij Beweging 3.0) en Elseline Timmer (Kwartiermaker Leren en ontwikkelen voor de regio Noord-Veluwe (Viattence, Zorgverlening het Baken, Lelie zorggroep en ZNWV)). “Er is veel beweging. We maken stappen”, zei Elseline. Zo zijn onder andere een groeinotitie en het stroomschema ‘Medewerker met extra werkzaamheden’ gemaakt, die een plekje kunnen krijgen op het nieuwe, digitale Kennisplein van de werkgeversvereniging Zorg en Welzijn (WGV). Het Kennisplein wordt binnenkort gelanceerd.
Ook zijn er verschillende werkbezoeken vanuit ministeries geweest, waarbij gesproken is over de uitdagingen waar zorgorganisaties mee te maken hebben. Zoals bijvoorbeeld de kaders van systeempartijen en de bekostiging van certificaten en microcredentials. Op alle punten wordt gekeken wat nodig is om de verandering door te maken. Dit wordt benadrukt door een manifest richting de overheid, waar momenteel aan gewerkt wordt.
Switchen naar de zorg
Daarna werden Lianne Koopman en Audrey Kragt van Zorgspectrum Het Zand door Dieke geïnterviewd over het opleidingstraject Switchen naar de zorg, samen met docent Jeroen Nijeboer. Met het verkorte opleidingstraject Switchen naar de zorg kunnen mensen een carrièreswitch maken naar de ouderen- of gehandicaptenzorg, zonder dat ze daarvoor een volledig diploma-traject met vakken als Rekenen en Engels moeten doorlopen. Audrey is als microbiologisch laborant geswitcht naar de zorg.
Tot nu toe hebben ongeveer 75 mensen deelgenomen aan Switchen naar de zorg. Lianne: “Zonder het traject hadden ze misschien niet de overstap gemaakt. Het is anders opleiden. En dat hebben we gewoon vooral gedaan. Als je bekwaam bent, ben je inzetbaar.”
Waarom niet uitgaan van vertrouwen in vakmanschap?
Na het interview gingen de aanwezigen in groepjes uiteen om zich bezig te houden met valideren van bekwaamheid. Hoe vertrouw je het valideerproces bij een zorginstelling die je niet kent? En wat heb jij nodig om te erkennen wat een medewerker bij de andere zorginstelling geleerd heeft?
De opbrengst van de gesprekken werd plenair teruggekoppeld. “Waarom niet uitgaan van vertrouwen in vakmanschap?”, vroeg iemand zich af. Een ander deed de suggestie om de kwaliteitsverpleegkundige als buddy mee te laten kijken. “Laten we het niet meer hebben over toetsen, maar over aantonen van bekwaamheid.”
Co-creatie van zorgorganisaties en onderwijs
Pleunie Blaauw (Landstede MBO) hield vervolgens een inspirerende bijdrage over co-creatie. “Het onderwijs zat in een ivoren toren. Maar vanuit de ivoren toren zijn we gaan samenwerken. En nu op weg naar co-creëren, waarbij het eigen belang opzij wordt gezet. Alle raderen bewegen, maar we weten nog niet waar we heengaan. Wat betekent het in de praktijk? Hoe kunnen we andere doelgroepen kort opleiden in skills? Als je in staat bent co-creatie te vinden, dan gaat het verder dan het schrijven van beleid. Samen leren, samen stappen maken.”
De deelsessies die hierna volgden, leverden tekeningen per regio op waarop in kaart is gebracht wat de successen zijn en welke concrete vervolgstappen samen gezet kunnen worden.
De bijeenkomst werd afgesloten met een ‘golvende afsluiting’, waarbij de mensen om de beurt een toepasselijk woord mochten roepen. “Connectie.” “Omverwerpen.” “Delen.” “Vertrouwen.” “Energie.” “Verbinden.” Elseline haakte daarop in: “Het verbinden, daar doen we het voor. Ik word hier heel blij van. Als je maar begint. In 2026 gaan wij door met de beweging en gaan wij nieuwe bijeenkomsten plannen, op basis van de behoefte van de deelnemers. We moeten het met elkaar doen, want we kunnen niet zonder elkaar.”